Ohne Titel
1967-1968
Sculptuur
Materials: mixed media; wood, rope
Collection: Collection M HKA, Antwerp / Donated by Isi Fiszman (Inv. no. S0576_2).
De aantrekkingskracht en de dynamiek van water en meer bepaald rivieren – de Rijn in zijn geboortestad Düsseldorf en de Schelde in zijn tweede thuis Antwerpen – hebben een belangrijke invloed uitgeoefend op het werk van Bernd Lohaus. Midden jaren 1960 begon de kunstenaar verlaten scheepswerven in de haven te bezoeken. Naast houten balken vond hij daar ook dikke koorden die hij op verschillende manieren bewerkte en gebruikte in zijn sculpturen. De meeste koordwerken maakte Lohaus tussen 1966 en 1968.
In het werk uit 1966 worden de verschillende elementen bepaald door hun fundamentele eigenschappen: massa, zwaartekracht, spanning en draagkracht. Op die manier ontstaat er een dynamiek uit de relatie tussen de verschillende delen van de sculptuur. In het werk uit 1967-1968 creëren koord en hout eerder een vormelijk geheel. Het touw verbindt twee houten balken, die er volledig door omzwachteld worden. Doordat de uiteinden van het touw in de sculptuur lijken op te gaan, ontstaat er een suggestie van oneindigheid.
Het idee van verbinding is een kernbegrip doorheen het hele oeuvre van Lohaus en komt in de werken met scheepstouw sterk tot uitdrukking. De eigenschappen van touw zelf – opgebouwd uit verschillende draden die met elkaar vervlochten zijn – en de functie ervan om verschillende elementen met elkaar te verbinden sluiten hier bij aan. De werken die houten onderdelen met touw combineren, creëren een verbinding tussen schijnbaar tegengestelde begrippen: vluchtigheid en het robuuste; gewichtsloosheid en zwaarte.