MONOCULTURE – Human Zoo

Ensemble

Etnologische tentoonstelling, die ook wel menselijke dierentuinen worden genoemd, werden aangewakkerd door twee opkomende wetenschappelijke disciplines: de antropologie en de etnologie. Ze ontstonden aan het einde van de 19de eeuw en functioneerden als de belangrijkste evenementen voor propaganda van imperialisme. Ze werden in Europa geïntroduceerd door Carl Hagenbeck, een Duitse handelaar in wilde dieren, en waren een spektakel van 'exotische' inheemse volkeren uit de verste uithoeken van Afrika, het noordpoolgebied, India, Ceylon en Zuidoost-Azië, meestal getoond in een gereconstrueerd inheems dorp. De tentoonstellingen van Hagenbeck in het Tierpark in Hamburg-Stellingen werden een referentiepunt voor de daaropvolgende menselijke dierentuinen in het kader van koloniale tentoonstellingen. De misschien wel meest bezochte en opmerkelijkste etnologische tentoonstellingen waren die van Parijs in de tropische tuinen van het Bois de Vincennes en d'Acclimatation, langs het Bois de Boulogne. Menselijke dierentuinen maakten ook deel uit van de koloniale secties van de Belgische wereldtentoonstellingen van het einde van de 19de tot het midden van de 20ste eeuw. Een van de meest opmerkelijke evenementen was de tentoonstelling in Tervuren, in 1897, die producten en mens en uit de Onafhankelijke Congostaat exposeerde – tot 1908 persoonlijk bezit van koning Leopold II. Een rijkelijk geïllustreerde gids in art-nouveaustijl gaf een kijkje in de grootsheid van de tentoonstelling, die plaatsvond in het nieuw gebouwde Koloniënpaleis en zijn tuinen, waarin scènes uit het dagelijkse Afrikaanse leven duizenden bezoekers trokken. De expo was niet alleen belangrijke propaganda voor het economische potentieel van de Belgische aanwezigheid in Congo, maar benadrukte ook het 'beschavende' werk van Belgische missies. Koloniale tentoonstellingen droegen het meeste bij aan de totstandkoming van het beeld van de inferieure wilde Ander en aan de legitimering van het kolonialisme.

Items View all